Zee II Het water van eeuwen zilt van hun verdriet waar zij om schreeuwen en wat niemand ziet Maar in hun grief hadden zij nooit verwacht want zij namen voor lief wat met dubbele kracht en heel verdacht hun leven in is geslopen Zouden zij weten wat het in koude nachten van woede bezeten en door wind opengereten Wat zal hun pijn verzachten? Witte hoofdbrekers slaan zich kapot op dijken die soms bezwijken als was het de wrekers om alles glad te strijken zag ik haar vandaag op het strand geen spoor van dit alles samen met al het zand de eenheid plus een eerbiedige stilte Zijn kracht kwam schokkend zijn bestaan verdween uit zicht en wat aanlokkend vanuit de verte werd belicht heeft hem anders toegeschenen zo zou zijn ziel zijn verachtelijk verdwenen verten verder en waar hij voor gevochten heeft in hartgrondige pijn dat is wat nu niet meer leeft Hij weet wat in zijn hoofd zweeft hoe zijn geest een ziel tot leven heeft en wat hij ook beleeft waar hij zich ook begeeft in waarheid gezeefd Zuivert zijn geweten met boek en woorden van waarde soms zonder licht op zoek naar wat anderen in donkerte vergaarden met haast en gewapend Veilig in zijn harnas verlost uit het karkas van een lichaam en van zijn faam vooruit geworpen Afgesloten en toch doorgelezen om noch blijdschap en verzoening te wentelen in boetedoening doch te delen